Geloof en wetenschap
Geloven in Christus en de natuurwetenschappen serieus nemen
Verwarring evolutie met evolutionisme
Graag wil ik voorop stellen dat het niet de bedoeling is om mensen te kwetsen. Wanneer evenwel publiekelijk standpunten worden uitgedragen die een grote groep mensen in verwarring kunnen brengen is het zinvol daarop te wijzen. Het gaat om twee artikelen die verschenen zijn in het Nederlands Dagblad.
I. Fossielen wijzen niet op evolutie, maar op creatie. Nederlands Dagblad 24 augustus 2007. Drs. J.E.Hoogerduijn.
Anders dan de kop boven dit artikel suggereert gaat het bijna nergens over evolutie.
Ook wordt direct al duidelijk dat er halstarrig "creatie" tegenover "evolutie" wordt gezet. Dit is op zich al een bewijs van een creationistisch pakket vooroordelen. Calvinistische theologen als Kuyper, Bavinck en Schilder hebben daar al lang geleden mee afgerekend. Calvinistische natuurwetenschappers wordt smaad aangedaan door het telkens publiceren van deze schijntegenstelling.
Laat ik het betoog proberen te volgen met wat opmerkingen:
- Hoogerduijn begint met een stukje deistisch evolutionisme dat hij meent te hebben opgevangen uit een artikel van Drs.Fransen. Ik betwijfel of Fransen dat heeft bedoeld. God zou de zaak in gang hebben gezet en dan zou er verder een autonome ontwikkeling zijn geweest. Autonome ontwikkelingen bestaan helemaal niet, net zo min als toeval. In ieder geval gaat het niet over evolutie, niet uitsluitend om waargenomen verschijnselen.
- Vervolgens wordt Darwin geciteerd in zijn klacht dat er geen overgangsvormen gevonden zijn tussen hoofdgroepen van organismen. Dit is een argument dat Darwin aanvoerde als kritiek op zijn eigen evolutietheorie. Het geeft aan dat de man een goede wetenschappelijke geest had. Het doet niets af aan evolutie.
- dan worden Gould en Elredge aangehaald met een leuk stukje wetenschappelijke kritiek op het eigen evolutionistische denken. Vermeld wordt niet dat beiden desalniettemin vasthielden aan een evolutionistisch wereldbeeld. Ook niet dat er inmiddels toch een aardig aantal tussenvormen is beschreven.
- er volgt een opsomming van de vreemde wezens die aangetroffen zijn in lagen van het Cambrium, het Karboon en het Krijt. Hoogerduijn constateert terecht discontinuïteit, maar wijst er niet op dat deze natuurlijk nog sterker geldt wanneer alles in één scheppingsweek van zeven mensendagen is tot stand gebracht. Ook vermeldt hij niet het grote aantal verklaringen dat voor dergelijke discontinuiteiten is gegeven.
- hij stelt: "Er bestaan geen geleidelijke overgangen tussen soorten laat staan tussen grotere groepen dieren en planten". Het eerste deel van deze zin gaat inderdaad over evolutie zoals die wetenschappelijk wordt verklaard, zij het dat de geleidelijke overgang en het soortsbegrip verkeerd worden geinterpreteerd. Geleidelijke veranderingen leveren geen evolutie, maar verbreden de genetische amplitude van de populatie. Van evolutie spreekt men pas wanneer er een breuk in reproductie is; dan is er sprake van een nieuwe soort. De stelling is dan ook geheel onjuist. Nieuwe soorten onstaan immers alleen als er sprake is van een breuk in reproductie. Er zijn vele continue reeksen waarbij een voordurende, onomkeerbare, tijdgebonden verandering van bepaalde organismen te zien is welke dus inderdaad op soortsniveau moet liggen. Geleidelijke overgangen zijn ook heden ten dage bij vrijwel alle organismen te zien. Welke daarvan tot soortsvorming zullen leiden moet echter worden afgewacht. Dat zal in ieder geval zoveel tijd vergen dat -naar wij hopen- de aarde inmiddels wel vernieuwd zal zijn. Het tweede deel van de zin gaat over evolutionisme niet over evolutie.
- Hoogerduijn gaat er dan toe over om te stellen dat "de evolutietheorie is verworden tot een dogmatisch keurslijf, een kennisfilter, een tunnelvisie". Hij heeft het dan echter niet over de evolutietheorie maar over atheistische evolutionisme.
- tenslotte stelt hij: "Daarnaast wijzen de fossielen juist in de richting van speciale creatie van de grotere groepen organismen", waarbij hij het optreden van evolutie binnen die groepen blijkbaar weer wel toelaat. Dat wordt bevestigd door een volgende zin "Precies zoals dat met klem (negen keer) in Genesis 1 wordt gesteld: God schiep de grote groepen dieren en planten ieder naar hun aard." In Genesis lezen wij echter: vers 12: "de aarde bracht jong groen voort", vers 21: "En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens, waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft", vers 24: "De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen"
Conclusie: de discussie wordt erg bemoeilijkt doordat er steeds van onderwerp wordt gewisseld. Ook wordt in Genesis een creationistische visie ingelezen. De tekst zoals die in ons bijbeltje staat lijkt geen onderscheid te maken tussen "God schiep" en "de aarde bracht jong groen voort" en "de aarde moet...voortbrengen". Blijkbaar is dat alles de hand van de scheppende God, hetgeen geheel in overeenstemming is met een calvinistische visie op de eenheid tussen Gods spreken in de bijbel en in de natuur en met een ontwikkeling van het één uit het ander.
Over de schepping van de mens wil ik hier even zwijgen, dat komt in een volgende pagina aan de orde.
II. Het scheppingsgeloof van Willem den Otter. Nederlands Dagblad 31 augustus 2007. Prof.Dr. W. den Otter.
Ook in dit interview is er sprake van een aantal begripsverwarringen. De grondtoon is dat Professor den Otter zelf niet zoveel ziet in evolutie maar niet van mening is dat dit strijdig hoeft te zijn met exegese van de bijbel. Ik juich deze benadering toe. Hij ontsnapt aan beide tunnelvisies n.l. die van de atheistische evolutionist en die van de creationist. De volgende punten moeten daarom gezien worden als een uiterst milde vorm van kritiek.
- De bij het interview geplaatste foto en het betreffende onderschrift zijn erg misleidend, maar vermoedelijk is dat door het ND gedaan.
- Den Otter wijst op de zeer complexe opbouw van het menselijk genoom en stelt terecht dat zoiets niet bij toeval kan zijn onstaan. Dit betekent evenwel niet dat er geen geleidelijke opbouw kan zijn geweest. De creationistische visie is - als ik het goed samenvat - dat Adam is gevormd uit het stof van de aarde, of uit rode klei. Een momentane creatie van Adam uit dit materiaal geeft ons een beeld van God als een soort tovenaar. De evolutietheorie beschrijft een geleidelijk bouwwerk en voor een calvinist is dat heel goed te rijmen met een God die bouwend schept. De bonobo zou eventueel een gezamenlijke voorouder met de lichamelijke mens hebben gehad. Het verschil in het genoom van de bonobo en dat van de mens is ongeveer 2 % en wanneer alleen naar de actieve genen wordt gekeken 0,6 %. Er is dan nog steeds een enorm verschil, maar het rekenwerk van Professor den Otter is dus geen bruikbare bekritisering van de evolutietheorie, die immers juist niet stelt dat dit hele complexe pakket zomaar ineens is onstaan. Het is in dit verband goed te verwijzen naar het boekje "De taal van God" van Francis S.Collins, leider van het team dat het genoom van de mens heeft ontrafeld. Hij beschrijft zijn gang van agnosticus via atheist naar evangelisch christen waarbij juist zijn werk een hoofdrol speelde. Hij wijst atheisme en creationisme af en is de gangbare terminologie wellicht het beste te benoemen als theistisch evolutionist. Wij doen hem meer recht wanneer wij hem een christelijke topgeneticus noemen.
- Den Otter stelt dat met evolutie niet kan worden geexperimenteerd. Dat is echter een achterhaalde gedachte: er worden veel experimenten gedaan. De benodigde tijdsduur is evenwel een groot probleem.
- de uitspraak "Evolutie kan dus niet natuurwetenschappelijk worden vastgesteld" is in strijd met de huidige stand van de natuurwetenschap. Bedoeld heeft den Otter vermoedelijk niet "evolutie" maar "evolutionisme".
- Het is juist dat er in het Nederlands Dagblad eigenlijk alleen maar een herhaling van zetten wordt gegeven. Er is evenwel wel degelijk een nieuwe benadering voor eventuele evolutie van het menselijk lichaam. Zie hiervoor de hoofdstukken 13 en 14 in "Toekomstmuziek"
- Den Otter: "Ik denk dat een christen de schepping van Adam en Eva en de historiciteit van de zondeval overeind moet houden.’’ Hiermee ben ik het van harte eens. Overigens ziet een calvinist ook alle evolutie als schepping. Bij Adam en Eva speelt er echter iets wezenlijk anders. Behoren Adam en Eva tot de soort Homo sapiens?